Strafrecht
met Perspectief

Casuïstiek

Introductie casuïstiek

Door twee leden van het stakeholder team is een viertal korte casus opgesteld met als doel om te doordenken wat de effecten van de scenario’s in concrete situaties kunnen zijn.

We nodigen je uit om de verschillende casussen te lezen, te bedenken wat de uitkomst van casussen per scenario is dit vervolgens naast de schets te leggen die de twee leden van het stakeholder team hebben gemaakt.

Casus 1

Peter, 30 jaar, wordt aangehouden voor winkeldiefstal. Hij is met een halfvolle winkelwagen uit de supermarkt gerend. Dit gebeurde nadat zijn vriendin de winkel eerder had verlaten na een onderlinge ruzie. Peter is niet eerder in aanraking geweest met justitie
Peter krijgt een waarschuwing (reprimande), omdat hij first offender is. Hij vergoedt de landelijk vastgestelde onkosten voor de winkelier van €180. Peter wordt in de politieregistratie opgenomen (BVH), maar krijgt geen strafblad.
Peter wordt aangehouden, ingesloten in een politiecel en via super-snelrecht voorgeleid bij de politierechter en krijgt een korte onvoorwaardelijke celstraf.
De winkelier belt met de politie en de politie komt ter plaatse. De politie vraagt wat er is gebeurd en waardoor Peter de winkel uitrende. Peter had niet de intentie om te stelen maar raakte in paniek, waardoor hij zich niet realiseerde dat hij zijn boodschappen niet betaalde. Mede doordat Peter niet eerder met de politie in aanraking is geweest stelt de politie een (herstel) gesprek voor met de winkelier. Winkelier aanvaardt de excuses van Peter. Peter krijgt alleen een aantekening in het politiesysteem.
De winkelier gaat Peter achterna en vraagt waarom hij de spullen niet afrekent. Peter realiseert zich op dat moment dat hij door de ruzie en de paniekreactie is vergeten te betalen. Ondanks de hoge adrenaline legt Peter uit wat er is gebeurd. Hij vindt het heel vervelend en biedt zijn excuses aan. De zaak is voor de winkelier afgedaan als Peter alsnog de boodschappen betaalt. Peter snapt dat dit nog niet nogmaals kan gebeuren en zoekt hulp.

Casus 2

Wesley stalkt zijn ex-partner. Hij heeft eerder een gedragsaanwijzing (locatieverbod) opgelegd gekregen (art 509hh WvSv). Vervolgens komt bij de politie de melding binnen dat hij opnieuw voor de deur van zijn ex-vrouw staat. Bij de aanhouding is Wesley onder invloed van verdovende middelen. Uit het dossier blijkt dat Wesley meerdere berichten heeft gestuurd naar zijn ex en uit camerabeelden blijkt dat hij diverse keren voor de deur heeft gestaan.
Wesley wordt aangemeld bij ZSM (ZSM is een netwerksamenwerking van OM, politie, Reclassering, Slachtofferhulp Nederland, Halt en de Raad voor de Kinderbescherming). Veilig Thuis (VT) schuift op ZSM aan bij zaken waarbij sprake is van huiselijk geweld. In het overleg op ZSM, licht VT toe waarom de verdachte zoveel alcohol drinkt en drugs gebruikt. Hij heeft stemmen in zijn hoofd en last van psychoses. De stemmen zijn soms zo heftig dat hij alcohol gaat drinken. Soms gebruikt hij daarbij ook drugs. Hierdoor is het gedrag van Wesley onvoorspelbaar en lastig onder controle te brengen. Er is een steeds groter risico dat hij zijn ex-vrouw en kinderen onbedoeld iets aandoet. Uiteindelijk krijgt hij zowel een onvoorwaardelijke als een voorwaardelijke gevangenisstraf, met als bijzondere voorwaarde behandeling van zijn verslavings- en psychiatrische problematiek.
Wesley krijgt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar. Er wordt gedurende de celstraf geen behandeling voor zijn problemen aangeboden.
Wesley wordt voorgeleid aan de Rechter Commissaris en preventief gehecht, vanwege het risico dat hij, wellicht onbedoeld, zijn ex of hun kinderen iets aan doet. Gedurende de preventieve hechtenis gaat de hulpverlening voor huiselijk geweld in samenwerking met de forensische psychiatrie onderzoeken wat voor Wesley, zijn vrouw en kinderen nodig is om de veiligheid op korte en lange termijn te waarborgen en of aanvullende interventies vanuit het strafrecht nodig zijn. Hieruit komt naar voren dat naast (vrijwillige) hulpverlening voor het hele gezin, behandeling van Wesley’s (verslavings- en psychiatrische) problematiek en toezicht daarop door de reclassering noodzakelijk is. De reclassering neemt het onderzoek van de hulpverlening mee in haar advies aan de rechter. Wesley krijgt een deels voorwaardelijke straf, met als bijzondere voorwaarden reclasseringstoezicht en behandeling van zijn verslavings- en psychiatrische problematiek.
Op jonge leeftijd wordt bij Wesley vastgesteld dat zijn draaglast beperkt is, doordat hij een licht verstandelijke beperking (LVB) heeft. Vanaf de basisschool krijgt hij daarom extra ondersteuning. Hij heeft geleerd dat hij sneller overbelast is dan anderen en dat dit hem kwetsbaar maakt (voor agressie, alcohol en drugsgebruik). Om hem te ondersteunen heeft hij een levensloopconsulent, met wie de politie na de melding contact opneemt. De consulent ondersteunt hem, zijn vrouw en kinderen. Zo nodig kunnen zij gebruik maken van een time-out omgeving als er een echtelijke ruzie heeft plaatsgevonden, waardoor er minder ruzies zijn en het niet komt tot een relatiebreuk. beuren en zoekt hulp.

Casus 3

Anne is 20. Zij woont met haar ouders en twee zussen in een dorp in een landelijk gebied. Anne heeft geen opleiding en helpt her en der een handje mee bij de diverse bedrijven rond het dorp. Op een dag gaat zij chillen met een groepje jongeren van 15 en 16 jaar uit het dorp: wat drinken en blowen. Daarna stappen ze in de auto om ergens heen te gaan. Anne verliest onderweg de controle over het stuur en klapt met ruim 60 kilometer per uur tegen een boom. Drie van de vier passagiers, die geen gordels dragen, komen daarbij om het leven.

Anne wordt aangehouden voor dood door schuld. De zaak gaat naar de recherche. Het dossier wordt ingestuurd naar het OM en de zaak komt op zitting. Anne krijgt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar. Het wordt haar verweten dat zij onder invloed was van drank en drugs.

De strafmaat dood door schuld is verhoogd, waarmee de politiek gehoor heeft gegeven aan de wens van strenger straffen. Aangezien het drie doden betreft krijgt Anne de maximale onvoorwaardelijke straf van 6 jaar. Het gaat om “kale detentie”: gedurende de celstraf worden geen resocialisatieprogramma’s aangeboden.
Na de aanhouding wordt er informatie ingewonnen over Anne. Hieruit komt naar voren dat er sprake is van een licht verstandelijke beperking bij Anne. Gedurende het strafrechtelijk traject wordt een mediationtraject (Mediation in Strafrecht) opgestart. Dit leidt ook daadwerkelijk tot een gesprek met enkele nabestaanden. Hierin geeft Anne aan veel spijt te hebben en het vreselijk te vinden wat er is gebeurd. Gelet op de impact van het ongeluk in de samenleving krijgt Anne wel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van een jaar. Gedurende de gevangenisstraf wordt een re-integratie plan opgesteld, zodat Anne na detentie meer ondersteuning krijgt in het dagelijks leven.
Het hele dorp is in rouw en begrijpt dat er hier alleen maar verliezers zijn. De gemeenschap is op de hoogte van de beperkingen van Anne. De maatschappelijk werker van het wijkteam gaat met de slachtoffers en de andere betrokkenen in gesprek om te bekijken hoe de gemeenschap deze wond het beste kan helen. Voor de ouders van de slachtoffers is het van belang te voelen dat Anne het vreselijk vindt wat er is gebeurd en zij vinden het belangrijkste dat zij zoiets nooit meer zal doen. Anne levert haar rijbewijs in. De zaak wordt in overleg met de ouders van de slachtoffers verder niet strafrechtelijk vervolgd.

Casus 4

Mo geeft leiding aan een criminele organisatie. Hij handelt in harddrugs en schuwt het niet om geweld te gebruiken. Hij weet kansarme jongeren zover te krijgen dat zij degenen zijn die in frontlinie hun handen vuil maken. Hij is aangehouden voor drugshandel en voor het opdracht geven aan liquidaties.

[NB: Deze casus heeft geen betrekking op veelvoorkomende criminaliteit. Toch is deze casus opgenomen om te doordenken hoe er binnen de vier scenario’s wordt gereageerd op zware criminaliteit.]
Na een proces van zeven jaar wordt Mo veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Na 25 jaar kan Mo op basis van gratie vrijkomen.
Mo wordt binnen een jaar veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Hij heeft geen zicht op gratieverlening. Er vindt geen herbeoordeling na 25 jaar plaats.
Onderzoek, vervolging en tenuitvoerlegging zijn op orde en snel gerealiseerd. Mo zijn zaak komt relatief snel op zitting. Mo wordt binnen twee jaar veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Na 25 jaar kan Mo op basis van gratie vrijkomen.
Onderzoek, vervolging en tenuitvoerlegging zijn op orde en snel gerealiseerd. Mo komt snel op zitting na aanhouding. Mo wordt binnen twee jaar veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Na 20 jaar komt Mo op basis van gratie vrij. Gedurende detentie heeft MO een beroepsopleiding afgerond en kan met een baangarantie terugkeren in de maatschappij.