Oplossings­richtingen

Inzichten

Preambule

Op deze pagina presenteren we vier sets aan gedeelde inzichten die beogen richting te geven aan een innovatiestrategie voor het strafrecht in Nederland. Ze verwoorden de synthese van acht dagen dialoog van in totaal zo’n 30 stakeholders en zijn mede geïnspireerd op de geformuleerde toekomstscenario’s. De inzichten combineren een analyse van de huidige situatie met een blik gericht op de nabije toekomst. Middels deze tweetrap worden geleerde lessen vertaald naar een gewenste omslag in het denken over en het handelen in het strafrecht. 

Het volgende is van belang om de inzichten goed te kunnen plaatsen:

  • De inzichten hebben betrekking op veelvoorkomende criminaliteit (VVC) (zo’n 70% van alle criminaliteit), en niet op de zware, georganiseerde criminaliteit. Ook richten zij zich niet op vormen van criminaliteit die een specialistische aanpak vereisen, zoals bijvoorbeeld cybercrime. Vanwege het hoge aandeel dat VVC in het geheel van criminaliteit inneemt, en vanwege de vaak voorkomende achterliggende problematiek, is het van belang om VVC op een meer betekenisvolle manier aan te pakken. Een van de beoogde consequenties daarvan is dat er meer ruimte wordt vrijgespeeld voor de aanpak van zware criminaliteit.
  • De inzichten zijn geen blinde kritiek op het huidige systeem. Er gaat veel goed in de Nederlandse strafrechtspleging en het huidige strafproces voorziet in belangrijke rechtswaarborgen. Tegelijkertijd zien we dat het strafrecht niet altijd in staat is om de persoonlijke en sociale problemen die delictgedrag veroorzaken duurzaam op te lossen en zo herhaling te voorkomen. Dit vraagt om herbezinning op de inzet van het strafrecht.  
  • De inzichten gaan niet over de morele discussie over wat er strafbaar of niet strafbaar zou moeten zijn, noch over de morele keuzes die worden gemaakt in de handhaving. Dat neemt niet weg dat deze discussie belangrijk is en onderdeel dient uit te maken van het maatschappelijke debat over het strafrecht. 
  • De inzichten zijn gebaseerd op kennis die nu voorhanden is en bieden richting aan het vormgeven van beoogde veranderingen. Echter, er is veel dat we nog niet weten: experimenteren en doorontwikkeling zijn nodig. Daarbij is het belangrijk te leren van bestaande initiatieven en voort te bouwen op inzichten uit onderzoek. 
  • De inzichten gaan uit van een toekomstvisie waarin betrokkenen bij een strafbaar feit (verdachten, slachtoffers en hun sociale omgeving) in staat worden gesteld om hun stem te laten horen en om deze mee te laten wegen. De inzichten zelf zijn in beperkte mate gebaseerd op die stem.

Van proces centraal naar mens centraal

In de strafrechtketen spelen uitvoeringsprotocollen, systeemdenken en productiegerichtheid, een te dominante rol. De personen om wie het gaat (verdachten, daders, slachtoffers en hun sociale omgeving) en hun behoeften krijgen daarmee onvoldoende aandacht. Aangiften worden geïnterpreteerd als vraag om strafrechtelijke vervolging, zonder dat wordt verkend wat de behoeften van betrokkenen zijn. Eenmaal in het strafrecht staat het vinden van een passende sanctiemodaliteit voorop en niet wat er nodig is om het probleem op te lossen en zo herhaling te voorkomen. Er is onvoldoende aandacht voor het feit dat bij degenen die in aanraking komen met het strafrecht personen met een licht verstandelijke beperking, personen met een psychische problematiek en met een migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd.

Als we naar de toekomst kijken, zien we een strafrechtsysteem dat ondersteunend in plaats van leidend is. Er komt meer focus op oplossen in plaats van simpelweg afdoen. Er wordt gekeken naar de mogelijkheden en beperkingen die betrokkenen hebben om bij te dragen aan een oplossing. Er is sprake van wederkerigheid tussen plichten en rechten en de intrinsieke motivatie van betrokkenen wordt gestimuleerd. Sociale netwerken rondom betrokkenen worden geactiveerd en ingezet voor zowel preventie als resocialisatie. Deze benadering heeft ook voor de mensen die in het systeem werken positieve gevolgen: ruimte om maatwerk te bieden, meer autonomie en meer taakdiversiteit.

Samenwerken loont

We zien nu een situatie waarbij organisaties uit het sociaal, zorg- en strafrechtdomein veelal verkokerd werken en gefinancierd worden op basis van individuele prestatieafspraken. Deze verkokering leidt tot een uitvoering die niet aansluit bij de behoeften van betrokkenen en die van de samenleving. Het Ruwaard model laat zien dat door het wegnemen van schotten tussen de organisaties, samenwerking wordt gefaciliteerd, een bredere kijk op de problematiek ontstaat en andere meer betekenisvolle oplossingen kunnen worden gevonden.

We zien een toekomst waarin integrale samenwerking de norm is. Die integrale samenwerking wordt ondersteund door andere vormen van financiering: één budget met gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het eindresultaat, zodat meer maatwerk mogelijk wordt. Snelheid en slagvaardigheid worden bevorderd. Zelfreflectie van professionals en organisaties door middel van feedbackloops is een feit, en experiment en innovatie zijn erkend onderdeel van een lerend systeem.

Straffen en kortdurende detentie ter discussie

Detentie als voorlopige hechtenis en als straf is nu veelal een reflex en wordt vaak bij gebrek aan alternatief opgelegd. Detentie blijkt in de praktijk vaak uit te pakken als een pauzeknop, waarbij mogelijkheden tot herstel, behandeling en hulp nog te weinig worden benut. Daarbovenop leidt een kortdurende gevangenisstraf vaak tot detentieschade, gaat het gepaard met hoge recidive en kan er maar beperkt aan resocialisatie worden gewerkt.

Voor de toekomst zien we dat strafrecht selectiever wordt ingezet en dat een balans tussen hulp, herstel en straf de basis vormt voor betekenisvolle en effectieve interventies. Naast bestaande straffen worden alternatieven voor detentie die beter aansluiten bij de belangen van alle betrokkenen verder ontwikkeld en toegepast. Deze worden door de maatschappij erkend en gewaardeerd. Resocialisatie wordt leidend bij de invulling van vrijheidsstraffen.

Een eerlijk gesprek over het strafrecht

Een aanzienlijk deel van onze samenleving heeft beperkte kennis van en bewustzijn over de werking van het strafrecht. Deels wordt dit veroorzaakt door eenzijdige en negatieve beeldvorming in de media. Dit beïnvloedt de publieke discussie over het strafrecht waarin straffen vaak als oplossing voor maatschappelijke problematiek wordt gepresenteerd. Politieke besluitvorming over wet- en regelgeving zoekt uit electorale overwegingen aansluiting bij deze dominante publieke opinie. Fundamentele en structurele, problemen zoals maatschappelijke mechanismen van ongelijkheid, uitsluiting en discriminatie blijven in het maatschappelijke debat onderbelicht.

Als we naar de toekomst kijken, zien we een veelzijdig en meerstemmig narratief, voorbij het punitieve aspect. Het uitwisselen van feiten, kennis en ervaringen en het blootleggen van ongewenste maatschappelijke mechanismen hebben hier verandering in aangebracht. De medewerkers van de organisaties in de strafrechtketen vormen een goede afspiegeling van de diversiteit van de samenleving. Er is sprake van een continue maatschappelijke dialoog over hoe en wanneer het strafrecht het beste kan worden ingezet en de samenleving voelt zich medeverantwoordelijk voor de oplossing van problemen die mensen ervaren.